Tot nu toe heb ik jullie nog niets verteld over het Nepalese eten, en dat terwijl het zo heerlijk is! Sommigen van jullie zijn misschien verbaasd dit te horen, twee keer per dag dal bhaat (=linzen rijst, oftewel rijst met een linzensoepje) klinkt niet erg aanlokkelijk. Het tegendeel blijkt echter het geval te zijn: het s heerlijk en ik ben er inmiddels helemaal aan gewend. Na een weekendje de toerist uithangen (zoals afgelopen weekend in Patan) verlang ik echt weer naar mijn dal bhaat.
Dal bhaat is in werkelijkheid ook niet zo saai en eentonig als het klinkt. Je krijgt zo’n vier verschillende gerechtjes op je bord en drie daarvan zijn elke dag anders. De witte rijst is het enige dat elke maaltijd terugkeert, met het overige wordt ruimschoots gevarieerd. Zo gebruiken ze voor de dal linzen in alle kleuren van de regenboog: rood, geel, groen, zwart, etc. Soms worden er ook stukjes vlees (bijvoorbeeld kip of buffel) of aardappelen aan toegevoegd. De dal smaakt dus elke dag weer anders.
Daarnaast krijg je bij de dal en de bhaat tarkahri (groenten) en acahr. De groenten zijn meestal een groene bladgroente, die nog het meest op spinazie lijkt (en het misschien zelfs wel is). Maar ik heb ook al groenten als bloemkool en wortel gehad.
Deze vier elementen samen dal, bhaat, tarkahri en acahr vormen een complete dal bhaat-maaltijd. Genoeg om mee te variƫren dus en de dal bhaat verveelt me dan ook nog geen moment!
De pickle/acahr is volgens mij een ingemaakte groente. Ik weet ook niet precies hoe je het maakt, maar mijn moeder maakt het ook vaak. Enorme potten vol. We noemen het toer-shoe (fonetisch geschreven).
BeantwoordenVerwijderenIk verheug me op de dal bhaat.