vrijdag 27 november 2009

Dhyani Bouddha’s

Nieuwsgierig naar de afloop van mijn bezoek aan Patan? Lees dan hier verder!

Ik vertelde jullie al eerder dat ik me aan het verdiepen was in de Hindoeistische en Boeddhistische godsdiensten. Van die twee spreekt de laatste het meest aan. Ik probeerde te begrijpen hoe het Boeddhisme ineens aan zoveel goden kwam. Er was toch maar één Boeddha?! Niets bleek minder waar. Of eigenlijk klopt het wel, er is één Boeddha, maar deze is te abstract voor gewone mensen om te bevatten. Daarom verschijnt hij in verschillende gedaanten. Zo kan hij telkens een ander facet van zijn alomvattende verschijning te demonstreren.

En, zo heb ik inmiddels ontdekt, die verschillende verschijningen zou je kunnen zien als een soort stamboom. Bovenaan staat de echte Boeddha, de geestelijke vader van alle ‘lagere’ incarnaties. Direct daaronder komen Vajradhara (wielder of the thunderbolt) en Vajratsattva (soul of the thunderbolt). Hun geestelijke nageslacht zijn de vijf Dhyani Boeddha’s. Deze worden ook wel meditatie- of transcendentale Boeddha’s genoemd. Een andere naam is nog de ‘Verdedigers van de leer,’ elk van hen staat namelijk voor een bepaald aspect van de Boeddhistische leer en ze helpen gelovigen deze na te leven. Erg inspirerend. De Dhyani Boeddha’s hebben ook weer ieder een levenspartner, met wie ze een ‘kind,’ een Boddhisatva, hebben.

De Boddhisattva’s zijn interessant, maar ik was meer gefascineerd door de Dhyani Boeddha’s. Niet te abstract, maar ook niet te menselijk; geen alles-in-een Boeddha, maar ook geen versplintering over honderden goden. Bovendien kon ik hun hulp op het pad naar verlichting best gebruikelijk. Zo eenvoudig is het nog niet om alle aardse genoegens en verlangens achter je te laten…

Ik was al op zoek gegaan naar een mandala met de Dhyani Boeddha’s, maar in veel winkels hadden ze hem niet. En als ze hem wel hadden, dan klopte hij niet. De vijf Boeddha’s nemen namelijk elk een specifieke plek in ten opzichte van het centrum en hebben allemaal verschillende handposities. Kenner als ik inmiddels was, kon ik helaas geen genoegen nemen met een wannabe Dhyani Boeddha-mandala.

Ik had het idee om de Dhyani Boeddha’s mee naar huis te kunnen nemen al bijna laten varen… Totdat ik ze het afgelopen weekend in Patan in de etalage van een beeldhouwwinkel zag staan. Het was de eerste keer dat ik ze als een groep beelden tegen kwam. En dat in de eerste uren nadat ik in Patan was aangekomen! Uit nieuwsgierigheid informeerde ik naar de prijs. 6500 Roepies (omgerekend ca.65,-), maar hij kon me wel een “goede prijs” geven. Ik ging er echter niet op in, want zo’n bedrag kon ik niet zo 1-2-3 uitgeven. En bovendien het stikte in Patan van de winkels met Boeddha-beelden, ik zou nog wel even verder kijken.

De rest van het weekend heb ik ze echter niet meer gezien. Op één andere set na, maar die was zo lelijk afgewerkt dat ik het niet eens de moeite waard vond om naar de prijs te vragen. Het hele weekend bleven de eerste Dhyani Boeddha’s door mijn hoofd spoken. Ze waren mooi, dat zeker, maar kon ik het me wel veroorloven?

Zondag, na het bezoek aan Patan Museum, liepen we op mijn verzoek nog een keer langs de winkel. Ik had met Jana besproken dat ik ze voor 5000 roepies, maximaal 5500 (als ze heel mooi waren) wel wilde kopen. Meer dan dat wilde ik niet uitgeven en we spraken af dat we anders weg zouden lopen.

Eenmaal in de winkel bleek de verkoper een andere te zijn dan die van de dag ervoor. En de prijs was mee veranderd! Deze verkoper vroeg 8500 roepies! Dat is nogal een verschil en ik zag mijn droom al in rook op gaan. Ik vertelde hem echter dat de Boeddha’s de dag ervoor ‘slechts’ 6500 roepies hadden gekost. Aanvankelijk wilde de verkoper niet luisteren, maar even later belde hij toch even naar zijn broer en die bevestigde mijn verhaal. De prijs zakte naar 6500, naar 6000, naar 5800, maar daar hield het zo’n beetje op. Het kostte me echt wel enige moeite om de laatste driehonderd roepie eraf te praten, maar uiteindelijk was het oke. En zo werd ik de trotse eigenaar van vijf prachtige Dhyani Boeddha’s! Ik ben er echt ontzettend blij mee.

PS: Grappig detail.aan het verhaal is nog dat, toen ik de Boeddha’s ‘s avonds aan mijn gastgezin toonde, ze door de grootvader uitgebreid gekeurd warden. Ze waren volledig van koper gemaakt en hij dacht dat ze ongeveer 5000 roepie gekost moesten hebben. Pff, wat een opluchting, ik heb niet te veel betaald!

donderdag 26 november 2009

Patan

Zaterdag 21 en zondag 22 november ben ik met Jana Dabaut, een BElgische vrjwilligster die ook in Thimi werkt, naar Patan gegaan. We waren er beiden nog niet geweest en daarom des te nieuwsgieriger naar de in onze reisgids zo veelbelovend beschreven tempels daar.

Zaterdag na onze dal bhaat gingen we op ons gemak op pad: stukje lopen, juiste bus zien te vinden, een enorme omweg over de ‘rondweg’ van Bhaktapur, wat files en uiteindelijk ruim een uur later in Patan aankomen. Daar belandden we met onze neus in de boter: vlakbij het busstation was een levendige markt gaande.

Na wat rondstruinen kwamen we als vanzelf bij de eerste tempels aan. Bij de Minnath zagen we een Nepalese familie een of ander ritueel uitvoeren waarbij allerlei schalen met eten warden geofferd, d.w.z. in brand warden gestoken. We snapten er niets van, maar het was interessant om te aanschouwen. De rato (=rode) Machhendranath temple was inderdaad rood, maar ging verder helaas schuil achter een groot spijlenhek. De Mahabouddha (=1000 Boeedha’s) temple lag verscholen op een piepklein binnenplaatsje, maar was daardoor des te indrukwekkender.

Na al deze sight seeing was het hoog tijd voor lunch. We liepen naar het Museum Café in het voormalige koninklijke paleis. Dit café werd in de Lonely planet goed beschreven, maar toch werden onze verwachtingen nog ruimschoots overtroffen door dit idyllische plekje. Er waren verschillende zitjes, in de zon en in de schaduw, de obers hadden passende kleding aan en er lagen stoffen servetten en placemats op de tafels. Wat een luxe! Gelukkig was niet alleen de aankleding verzorgd en sfeervol, maar was ook het eten heerlijk! We lieten ons de vegetarische burger goed smaken.

Na de lunch liepen we het Durbar Square op. Een prachtig plein dat letterlijk volgebouwd is met tempels. De een nog mooier, groter, hoger dan de ander. We namen rustig de tijd om ze een voor een te bekijken. Daarna waren we vol van alle tempels en we besloten de dag met wat struinen door de straatjes en een heerlijk diner in het Roadhouse Café (pizza met driekleurige chocolademousse als toetje!).


Zondag vervolgden we onze bezichting van Patan met een stadswandeling (met o.a. bezichtiging van de Kwa Bahal= gouden tempel, zie foto heronder) en een bezoek aan Patan Museum. Het was het eerste museum dat ik hier in Nepal bezocht en het was supermooi. Erg veel te zien, voornamelijk beelden, veel informatie en geode uitleg in het Engels. Echt een aanrader!

En zo kwam er al snel een einde aan ons goed gevulde weekend in Patan. Maar ik stapte uiteindelijk niet in de bus voordat… Wordt vervolgd!

woensdag 25 november 2009

Terug in de tijd

Heimwee naar die goeie ouwe tijd? De jaren ’60, ’70, … (naar wens zelf in te vullen) waarin alles zoveel beter was? Kom naar Nepal! Hier kun je werkelijk prachtige tijdreizen maken. Van de 19e eeuw qua huishoudeljke apparaten en land bewerkingstechnieken, naar de 20e eeuw met de talloze televisies, en soms zelfs even naar de 21e eeuw, bijv.wat betreft de mobieltjes. Ze hebben hier zelfs Iphones!

Maar in huis is die luxe vaak nog ver te zoeken. Om een voorbeeld te geven: de meeste huizen hier hebben geen douche, en vaak zelfs geen stromend water. Water halen ze meestal bij de bron in het dorp. Sommige gezinnen (zoals mijn gastgezin) hebben een eigen pompinstallatie waarmee het water omhoog wordt gepompt. Vervolgens wordt het opgeslagen in een enorme ton op het dak.

De mensen wassen zich (ca. 1x per week?!) op het dak, een binnenplaatsje, of gewoon op straat. Ze nemen een emmer koud water een stuk schuurspons en schrobben maar! Kleren wassen gebeurd op ongeveer dezelfde manier. En in de keuken staat een grote ton waaruit water kan worden geschept. Geen kranen, laat staan een (af-) wasmachine!

Een andere moderniteit waarvan ze hier nog nooit hebben gehoord is centrale verwarming. Als het koud is houden de mensen in huis gewoon hun jas aan. En ze gaan met kleren aan naar bed.

Ook in het dagelijks leven op straat is, op het verkeer na, de afgelopen 100 jaar weinig veranderd. Groenten en fruit worden gewogen met een (voor ons ouderwetse) hangweegschaal: op de ene schaal de etenswaren, op de andere een gewichtje. OP het land gebruikt men enkel een zeis-achtig instrument om de rijst te oogsten. Een tractor, of zelfs een ossenkar of ploeg kennen ze hier niet. Zware lasten worden zonder morren op de rug gedragen (tot hele kasten aan toe) en oudere mensen gaan blootsvoets over straat.

Met de meeste van deze dingen kom ik gelukkig niet in aanraking. Andere heb ik inmiddels geaccepeteerd. Maar ik zal ook wel blij zijn als ik in December weer de 21ste eeuw in vlieg!

dinsdag 24 november 2009

De Nepalese keuken: dal bhaat

Namaste!

Tot nu toe heb ik jullie nog niets verteld over het Nepalese eten, en dat terwijl het zo heerlijk is! Sommigen van jullie zijn misschien verbaasd dit te horen, twee keer per dag dal bhaat (=linzen rijst, oftewel rijst met een linzensoepje) klinkt niet erg aanlokkelijk. Het tegendeel blijkt echter het geval te zijn: het s heerlijk en ik ben er inmiddels helemaal aan gewend. Na een weekendje de toerist uithangen (zoals afgelopen weekend in Patan) verlang ik echt weer naar mijn dal bhaat.

Dal bhaat is in werkelijkheid ook niet zo saai en eentonig als het klinkt. Je krijgt zo’n vier verschillende gerechtjes op je bord en drie daarvan zijn elke dag anders. De witte rijst is het enige dat elke maaltijd terugkeert, met het overige wordt ruimschoots gevarieerd. Zo gebruiken ze voor de dal linzen in alle kleuren van de regenboog: rood, geel, groen, zwart, etc. Soms worden er ook stukjes vlees (bijvoorbeeld kip of buffel) of aardappelen aan toegevoegd. De dal smaakt dus elke dag weer anders.

Daarnaast krijg je bij de dal en de bhaat tarkahri (groenten) en acahr. De groenten zijn meestal een groene bladgroente, die nog het meest op spinazie lijkt (en het misschien zelfs wel is). Maar ik heb ook al groenten als bloemkool en wortel gehad.

Het vierde en misschien wel spannendste element van de dal bhaat-maaltijd is de acahr. In het Engels noemen ze het “pickle,” maar het Nederlandse woord moet ik jullie helaas schuldig blijven. Acahr wordt gemaakt van allerlei soorten groenten en het heeft steevast een sterke smaak; soms pittig, andere keren zuur of bitter. Mijn familie maakt de acahr zelf. Hoe dat precies in zijn werk gaat, weet ik niet, maar wel is me opgevallen dat de meeste potten acahr een aantal dagen in de volle zon op het dakterras worden gezet. Om de smaak te versterken?! Tot slot krijg ik soms iets extra’s zoals een gekookt of een gebakken eitje. Erg lekker!

Deze vier elementen samen dal, bhaat, tarkahri en acahr vormen een complete dal bhaat-maaltijd. Genoeg om mee te variëren dus en de dal bhaat verveelt me dan ook nog geen moment!

maandag 23 november 2009

Beestjes


Overal, waar je ook gaat of staat in Nepal, kom je beestjes tegen. En dan heb ik het even niet over de olifanten en neushoorns zoals in Chitwan, of over de muizen bij ons in huis, nee, gewone (huis-)dieren. Beesten als honden, geiten, kippen, eenden, zwijntjes, en soms zelfs apen lopen hier gewoon los rond. Elke dag op weg naar school kom ik er wel een paar tegen. De meeste hebben geen baasje en soms verbaas ik me erover dat ze met zovelen weten te overleven. Maar als je dan naar het afval op straat kijkt, hoef je je er eigenlijk ook niet meer over te verbazen.



Hoe het ook zij, de beestjes zijn er en het levert leukem schattige plaatjes op (en hele verbaasde Nepalezen wanneer ze mij de dieren zien fotograferen… ;-).

woensdag 18 november 2009

Chitwan National Park

Namaste!

Het is alweer enige tijd geleden dat ik jullie mijn laatste berichtje stuurde. De reden hiervoor is dat ik een paar dagen op 'excursie' was. En dan niet zomaar een dagje uit, nee, ik was een heel weekend in Chitwan, in het zuiden van Nepal, zo' n zes uur rijden van Kathmandu.

Ik was daar samen met vier andere vrijwilligsters: Jana, Jeske, Julie en Juliette en het was erg gezellig. Maar bovenal was het een unieke ervaring. In Chitwan zitten neushoorns, nijlpaarden en tijgers, maar uiteindelijk werd het vooral een weekend vol olifanten!

Zo hebben we zaterdag het Elephant breeding center bezocht, waar de enige olifantentweeling ter wereld woont. De nu eenjarige baby's liepen, in tegenstelling tot de volwassen olifanten, vrij rond. Een mooie gelegenheid om eens te voelen of een olifantenhuid nu inderdaad zo dik is als hij eruit ziet. Maar eigenlijk is de huid helemaal niet zo ruw, in tegendeel, ze is best zacht.


Na het bezoek aan het Elephant breeding center was het tijd voor het olifanten wassen! Aanvankelijk was ik nog niet helemaal overtuigd, maar nadat Julie en Juliette me voor waren gegaan, kon ik de verleiding niet langer weerstaan. En het werd een groot avontuur. Veel gespetter en gesplash, natte kleren, natte haren, maar bovenal heel veel lol. Een heel bijzonder gevoel om zo bovenop een volwassen olifant te zitten en te staan.


En om het olifantentrio compleet te maken, hadden we 's middags nog een olifantensafari. Met zijn vieren in een houten bakje van ca. 1 m2 bovenop de rug van een olifant, dat wil zeggen: zo'n vier meter boven de grond. Vanaf daar had je geweldig uitzicht over de verschillende landschappen die we doorkruisten.

Het uitzicht alleen al was het gehobbel waard, maar we waren zelfs in de gelegenheid om enkele dieren in het wild te zien. Eerst een hert en enkele wilde pauwen, later ook een jonge neushoorn.
Echt verbazingwekkend dat je vanaf enkele meters afstand een wilde neushoorn kunt gade slaan. Het is zelfs nog steeds niet helemaal tot me is doorgedrongen. In Nederland kennen we neushoorns en olifanten alleen als beesten in de dierentuin achter een groot hek. Hier in Nepal, in Chitwan tenminste, lopen ze vrij rond. Een bijzondere ervaring en ik voel me de koning te rijk dat ik het heb mogen meemaken!

woensdag 11 november 2009

Rijstoogst

Hoewel ik jullie nog niet heb ingewijd in de geheimen van de Nepalese keuken, kan ik jullie al wel verklappen dat ze hier véél rijst eten. Op zich misschien nog niet zo verbazingwekkend. Maar wat ik wel nog steeds opvallend vind, is dat elke familie zijn eigen rijst verbouwd! Even een pak rijst bij de supermarkt halen, is er hier niet bij. Elke familie is (grotendeels) zelfvoorzienend.

Oktober en november zijn de maanden van de rijstoogst, dus op dit moment is iedereen, van jong tot oud, druk bezig met het binnenhalen van de rijst. Eerst het maaien van aren, dan de korrels scheiden van het kaf, daarna het drogen en het zeven en tot slot het opbergen van de rijst.

Het hele proces heeft al veel mooie plaatjes opgeleverd, die ik door de trage internetverbinding helaas niet allemaal met jullie kan delen. Maar deze, dicht bij huis genomen (op het dak van mijn gastgezin), met op de achtergrond de Nyatapolatempel, wilde ik jullie niet onthouden.

dinsdag 10 november 2009

Linda in kurtha!

Hoewel ik nog niet ik echt thuis ben in de Nepalese kledinggewoonten, wilde ik jullie dit plaatje niet onthouden:



Linda in kurtha! Een gewaad dat veel (jonge) Nepalese vrouwen dragen, in plaats van de traditionele sari. De kurtha is gemakkelijker te dragen dan de sari, waardoor zelfs ik als westerling hem aan kan ;-) Deze is op maat gemaakt en de stof (zijde) is echt superzacht! En al ben ik nog net zo wit als eerst (goed te zien op foto’s van mij met bijvoorbeeld Krisan), ik voel me wel meer Nepalees!

Changdu Narayan


Afgelopen zondag ben ik voor et eerst op pad geweest in de omgeving van Bhaktapur Na het ontbijt van dal-bhaat, ging ik tegelijk met Krishna en Krisan de deur uit. Zij het dat ik niet naar werk of school ging, zoals zij, maar naar de Changdu Narayan tempel. Deze ligt 4 km. ten noorden van Bhaktapur en is te voet te bereiken. Krishna had me gezegd dat ik waarschijnlijk zo’n 2,5-3 uur over zou doen, maar al na ongeveer 1,5 uur bereikte ik de toegang tot het dorpje. Aan het einde van de enige straat die het rijk was, lag het tempelcomplex. Ik negeerde de souvernirwinkels, maar nam wel even tijd voor een verfrissende cola.

Daarna was het tijd voor de sight seeing. Changdi Narayan is de oudste tempel van Nepal en is opgenomen in de UNESCO-lijst van werelderfgoed. En terecht, kan ik nu zeggen! Er is zoveel te zien: prachtig houtsnijwerk onder de daklijsten, statige beelden van olifanten en griffioens die je met priemende ogen aankijken, gouden beelden van koning Bhupatindra Malla en zijn vrouw, verbazingwekkende reliefs van Vishnu in diverse incarnaties, een gigiantisch GAruda-beeld dat stamt uit de vijfde eeuw, en zo kan ik nog wel even doorgaan! Allemaal even prachtig!!


Een fijne bijkomstigheid was dat het complex erg rustig was en dat ik de tijd aan mezelf had. Zo kon ik alles op mijn gemakje bekijken, foto’s maken, tussendoor lunchen en wat souvenirs shoppen. Toen ik om 14.15 echt alles gezien had, was het tijd om terug te lopen. Een mooi voetpad dat door de bossen en de eindeloze rijstvelden voerde. Over de rijstvelden valt nog veel meer te vertellen, maar daarover de volgende keer meer.

zondag 8 november 2009

"Mijn kindertjes"



Donderdagmiddag op de Manav Vidha Griha school in Thimi. In het midden achteraan twee atheleten die even daarvoor zijn gehuldigd voor hun prestaties tijdens de Special Olympics in Mumbai (zilveren medaille met cricket)
Helemaal links de Belgische Jana, die vandaag haar vrijwilligerswerk op deze school is gestart. Erg gezellig! En ergens in het midden vind je nog zoa' n blank persoon... ;-)

zaterdag 7 november 2009

Muziekles


Vandaag ben ik naar de vioolles in de muziekschool van Kapil geweest. Het was hartstikke leuk, maar ook wel even slikken!

Bij aanvang van de les was ik positief verrast: de kinderen konden vrij aardig spelen en speelden leuke, eenvoudige deuntjes. Redelijk zuiver, aardige streektechniek, het klonk echt niet slecht. Gedurende de les verbaasde ik me des te meer over het niveau; de leraar (een vriend van Kapil) besteedde namelijk nauwelijks aandacht aan zijn leerlingen! Hij speelde gewoon de stukjes en liet de kinderen verder aan hun lot over. Degene die een liedje kende speelde mee, andere zaten met hun viool op schoot toe te kijken. Voor mij behoorlijk schokkend om te zien.

Het beste voorbeeld van de werkwijze van deze 'docent' was mischien wel dat hij een nieuwe leerling, een jongetje van 10 jaar, een hele viool (veel te groot voor zijn nog korte kinderarmpjes) in zijn handen duwde, hem uitlegde hoe hij de strijkstok moest vasthouden (een behoorlijk ingewikkelde greep voor een beginner) en daarna verder ging met zijn les. Het jongetje kon weinig anders doen dan gelaten toekijken hoe de andere, en vooral de leraaar, hun kunsten vertoonden.

Kapil daarentegen probeerde mij bij de les te betrekken en vroeg me om advies over allerlei facetten van het vioolspel en de pedagogiek ervan. Ik gaf hem wat aanwijzingen over het ontspannen van de rechterarm, de arm waarmee je strijkt, omdat het me opgevallen was dat veel leerlingen hun schouder erg hoog optrokken. Maar na enige tijd eiste de vioolleraar de aandacht weer op en was mijn 'les' voorbij. Best jammer, er zou zoveel meer uit te halen zijn met deze kinderen. Een beetje uitleg, techniekoefeningen en individuele aandacht, en ze zullen met sprongen vooruit gaan!

Of denk ik nu weer te westers?

donderdag 5 november 2009

Druk

Sommigen van jullie denken misschien af en toe weemoedig “O wat heerlijk heeft die Linda het toch; lekker drie maanden in een exotisch land vakantie vieren.” Het eerste zal ik niet ontkennen, maar vakantie is het zeker niet. Tenminste niet in de betekenis van veel luieren en niets doen.

Over het algemeen ben ik best druk. Er is hier zoveel te zien en te doen, dat ik echt moeite moet doen om alle dingen, die ik graag wil doen, voor elkaar te krijgen. “Wat doe je dan in ‘s hemelsnaam allemaal?” vragen jullie je nu af. Nou….De taal leren (vnl. door zelfstudie, dus het gaat nog niet al te hard); de mooie plekken en monumenten bezoeken, naar dansles; sociale contacten met andere vrijwilligers onderhouden; me verdiepen in de Nepalese kunst en cultuur; de was en boodschappen doen; met Krishnan en Suschan spelen; dagboek, blog, kaarten en emails schrijven; en o ja… tussendoor ook nog naar mijn werk.

Al met al een waslijst aan activiteiten die allemaal om mijn tijd en aandacht strijden. Gelukkig zijn het stuk voor stuk ontzettend leuke dingen om te doen. Dus toch een beetje vakantie!

woensdag 4 november 2009

Het pantheon van de Hindoeistische en Boeddhistische goden in Nepal



Religie is overal en altijd in Nepal. Ook ik, volledig godsdienstloos, ontkom er niet aan: gisteren heb ik met de kinderen van mijn school het wekelijkse bezoek aan de tempel in Thimi meegemaakt, vandaag heb ik een kettinkje met Ganesh gekocht en op weg van huis naar de school passeer ik iedere dag minstens 30 tempels en schrijnen. Je struikelt er gewoon over!

Ik vind het dan ook vanzelfsprekend om me wat meer in de godsdiensten van Nepal te verdiepen. Maar dat valt niet mee! Want waar we het in het Christendom met één god doen, hebben ze er in het Hindoeisme meer dan 400 miljoen! Dat is omgerekend zo’n 13 persoonlijke goden voor elke inwoner. Om die allemaal te leren kennen is me een beetje te veel gevraagd. Eén geruststelling: de Nepalezen kennen ze ook niet allemaal.

De belangrijkste drie Hindoesistische goden zijn Brahma, de schepper; Vishnu, de “preserver” en Shiva, de vernietiger en de god van de wedergeboorte. Ook de levensgenoten van Vishnu en Shiva, respectievelijk Laxmi en Parvati, komen veelvuldig voor. Laxmi is de godin van de welvaart en Parvati staat voor schoonheid. Tot slot kun je geen straat oversteken zonder een schrijn ter ere van Ganesh tegen te komen. Ganesh is de eerst te aanbidden godheid voor hindoes. Hij brengt wijsheid, beschermt kinderen en zorgt voor een goed begin van elke activiteit die je onderneemt. Hij is eenvoudig te herkennen aan zijn olifantenhoofd en hij heeft een hoog knuffelgehalte.

De andere goden, zoals Shiva en Vishnu zijn te herkennen aan de symbolen die ze bij zich dragen of het vehikel (meestal een dier) dat ze gebruiken om zich te verplaatsen. Maar zo ver gevorderd ben ik nog niet… En om het geheel nog complexer te maken zijn er dan ook nog talloze verschillende incarnaties van elke godheid…

Tot nu toe heb ik het bovendien alleen nog maar over het Hindoeisme gehad. Het Boeddhisme, een minderheidsgodsdienst onder de Nepali, maar daarom niet minder zichtbaar, loopt hier dwars door heen. Voordat ik naar Nepal kwam, dacht ik dat het Boeddhisme eenvoudig zijn; er is immers maar één Boeddha. Maar niets is minder waar. De Boeddhisten vereren een heel scala aan verschillende Boeddha’s, lama’s, dakini’s en yogini’s. Tel daarbij de verschillende hand- en voetposities bij op en je hebt opnieuw een ontelbaar aantal goden en godheden.

Reigie in Nepal is dus niet eenvoudig te begrijpen, maar daarom niet minder interessant. Integendeel, ik vind het enorm fascinerend!