Dit voorjaar was ik te gast bij een Streekgala. Dat klinkt misschien glamoureus, maar in feite was het een open dag op de boerderij. Verschillende boerenbedrijven in de omgeving van Nijmegen hadden hun deuren geopend voor geïnteresseerde bezoekers. Ik koos voor een fruitteler. Deze boer kweekte voornamelijk appels en een zéér betrokken medewerker leidde me rond over het terrein. Hij (om de een of andere reden zijn er nog altijd meer boeren dan boerinnen) praatte honderduit over het bedrijf, de appelsoorten, de beste plukperiode, de opslag en de distributie van de appels. Ook maakten we met de pluktrein (vier houten kisten van 1,5 x 1,5 meter, waarin je op een appelkistje kon plaatsnemen) een ritje door de boomgaard.
Aan dat bezoek moet ik denken toen ik afgelopen dinsdag op het centraal station van Utrecht strandde, Een stroom- en wisselstoring tussen Utrecht en Den Bosch had zich razendsnel uitgebreid en tegen vijf uur lag al het treinverkeer van en naar Utrecht plat. Enorme chaos, eindeloze onduidelijkheid en talloze gestrande reizigers waren het gevolg.
Het grappige van deze verder vervelende situatie was: ineens veranderen alle mensen in appeltjes. Appels in twee smaken: zoet en zuur. De zure zijn eenvoudig te herkennen. Ze staan druk te bellen, zeuren over de dienstverlening van de NS, balen dat de accu van hun laptop leeg is en verzuchten “Waarom moet míj dit nu weer overkomen?” (Dat er op dat moment nog duizenden mensen zijn die hetzelfde lot hebben getroffen, ontgaat hen even).
De zoete appels daarentegen gaan rustig een boekje lezen, halen een verse koffie of maken een praatje met een van hun medepassagiers. Je zult begrijpen naar wel type mijn voorkeur uitgaat. Maar nu vraag ik me af: hoe komen die appels zo zuur? Daar heeft de appelboer me helaas niets over verteld. Zouden ze te vroeg geplukt zijn? En zou het helpen om ze met een banaan in een zak verder te laten rijpen??
zondag 26 juli 2009
woensdag 22 juli 2009
Beestenboel
Gisteren maakte ik een vergelijking tussen sollicitanten en kameleons. Het zette me aan het denken over de vergelijkingen tussen mensen en dieren. We spreken immers voortdurend over mensen alsof ze dieren zijn. We hebben het over een angsthaas, een koele kikker of een eendagsvlieg. En iemand is sterk als een beer, trouw als een hond of sluw als een vos.
Nu mijn kameleontalenten tekort schieten (ik houd er niet van om een schutkleur te dragen) vraag ik me af welk dier ik wil zijn tijdens mijn volgende sollicitatiegesprek. Misschien als een olifant? Die staat tenminste stevig in zijn schoenen en beschikt over een olifantenhuid. Of zou het effectiever zijn me voor te doen als een bezig bijtje?

Nee, ik weet het! Ik zal de kracht van een leeuwin combineren met de kwetsbaarheid van een citroen-vlindertje!
Nu mijn kameleontalenten tekort schieten (ik houd er niet van om een schutkleur te dragen) vraag ik me af welk dier ik wil zijn tijdens mijn volgende sollicitatiegesprek. Misschien als een olifant? Die staat tenminste stevig in zijn schoenen en beschikt over een olifantenhuid. Of zou het effectiever zijn me voor te doen als een bezig bijtje?

Nee, ik weet het! Ik zal de kracht van een leeuwin combineren met de kwetsbaarheid van een citroen-vlindertje!

dinsdag 21 juli 2009
De kameleon
Solliciteren is niet gemakkelijk. Solliciteren is jezelf verkopen. Jezelf mooier voordoen dan je bent. De ander ervan overtuigen dat jij voor deze functie geknipt bent. Je moet de werkgever duidelijk maken dat je beschikt over de juiste vaardigheden, dat je ruime ervaring hebt op dit terrein en dat je je uitstekend thuis voelt bij de heersende bedrijfscultuur.
Je zou het kunnen vergelijken met een kameleon die zich volledig aanpast aan zijn omgeving. De sollicitant manoeuvreert zich in het gevraagde profiel. “Ja, natuurlijk beschik ik over een hands-on mentaliteit.” “Nee, ik heb er geen enkel probleem mee om ook buiten de kantoortijden van 9 tot 5 voor jullie (onbetaald) te werken.” De sollicitant ziet zichzelf al helemaal zitten op kantoor X , in dresscode Y en met collega’s Z.

Hoewel ik er inmiddels flinks wat sollicitaties op heb zitten en mijn huid zo’n beetje alle kleuren van de regenboog heeft gehad, werd de procedure tot nu toe telkens afgesloten met “Sorry, een andere kandidaat paste toch iets beter in het profiel.”
Shit, een andere kameleon had een nog betere schutkleur!
Je zou het kunnen vergelijken met een kameleon die zich volledig aanpast aan zijn omgeving. De sollicitant manoeuvreert zich in het gevraagde profiel. “Ja, natuurlijk beschik ik over een hands-on mentaliteit.” “Nee, ik heb er geen enkel probleem mee om ook buiten de kantoortijden van 9 tot 5 voor jullie (onbetaald) te werken.” De sollicitant ziet zichzelf al helemaal zitten op kantoor X , in dresscode Y en met collega’s Z.

Hoewel ik er inmiddels flinks wat sollicitaties op heb zitten en mijn huid zo’n beetje alle kleuren van de regenboog heeft gehad, werd de procedure tot nu toe telkens afgesloten met “Sorry, een andere kandidaat paste toch iets beter in het profiel.”
Shit, een andere kameleon had een nog betere schutkleur!
zondag 19 juli 2009
Saai?
Nu ik ongeveer anderhalve maand werkloos, pardon werkzoekend ben, merk ik dat het moeilijker wordt om mezelf bezig te houden. Van nature ben ik nogal een bezig bijtje en rustig op mijn kont is niet echt mijn ding. Zo makkelijk als het voor sommige mensen is, zo moeilijk is het voor mij.
Tegen die achtergrond kun je je misschien voorstellen dat werkloos zijn voor mij nog best een opgave is. Hoewel ik natuurlijk druk ben met sollicitatiebrieven schrijven, gesprekken voorbereiden en afwijzingen na te bellen, zijn mijn dagen lang niet meer zo gevuld als toen ik nog iedere dag naar kantoor ging.
Aan de ene kant is dat natuurlijk fijn; nu heb ik eindelijk tijd om allerlei creatieve ideeën uit te voeren. Aan de andere kant bekruipt me af en toe ook het idee dat mijn leven saai is geworden. Ik kan niet langer meepraten met vrienden over vervelende collega’s, dure kantines of baanzekerheid.
In plaats daarvan stort ik me nu op het opzetten van een eigen bedrijf, zorg ik voor mijn moeder en ben ik bezig mijn huis te verkopen en te verhuizen naar Rotterdam. Best saai, vinden jullie ook niet?
Tegen die achtergrond kun je je misschien voorstellen dat werkloos zijn voor mij nog best een opgave is. Hoewel ik natuurlijk druk ben met sollicitatiebrieven schrijven, gesprekken voorbereiden en afwijzingen na te bellen, zijn mijn dagen lang niet meer zo gevuld als toen ik nog iedere dag naar kantoor ging.
Aan de ene kant is dat natuurlijk fijn; nu heb ik eindelijk tijd om allerlei creatieve ideeën uit te voeren. Aan de andere kant bekruipt me af en toe ook het idee dat mijn leven saai is geworden. Ik kan niet langer meepraten met vrienden over vervelende collega’s, dure kantines of baanzekerheid.
In plaats daarvan stort ik me nu op het opzetten van een eigen bedrijf, zorg ik voor mijn moeder en ben ik bezig mijn huis te verkopen en te verhuizen naar Rotterdam. Best saai, vinden jullie ook niet?
zaterdag 18 juli 2009
Gegroeid (2)
Donderdag schreef ik jullie al dat ik sinds lange tijd weer eens was gaan hardlopen in Eindhoven, in de omgeving van mijn moederlijk huis. Gisteravond ging ik opnieuw terug naar mijn tienertijd, ditmaal door een avondje uit te gaan met een vriend van me.
Vanaf zijn appartement liepen we over het Stratums Eind de stad in. Hoewel sommige kroegen een andere naam hadden gekregen, was het meeste bij het oude gebleven. De meisjes van veertien met minirokjes en dito truitjes, die hun vriendjes de breezers laten halen, de stoned-als-een-garnaal mannen op het terras van de Bakkerij en de alto’s die in de Altstadt uit hun dak gaan, het kwam me allemaal even vertrouwd voor.
Toch waren er ook wel wat dingen veranderd. Zo was ik er dit keer niet met een groepje dat als loopse teef van het ene café naar het andere struinde, maar was ik met een goeie oude vriend en togen we rechtstreeks naar het café waar we de rest van de avond bleven plakken. We dronken geen goedkope slootwater-wijn, maar maakten onze keuze uit een heuse wijnkaart. En de gesprekken gingen niet langer over die ene hunk daar rechts aan de bar, maar we hadden het over vakanties naar verre oorden, huizenprijzen en wel of niet samenwonen.
Nogal wat veranderingen. Maar, zo realiseer ik me nu ineens, vooral veranderingen die op mezelf betrekking hebben. Help, ik word ouder! Gelukkig heeft dit ook tenminste één voordeel… ik hoefde niet voor een bepaalde tijd thuis te zijn!
Vanaf zijn appartement liepen we over het Stratums Eind de stad in. Hoewel sommige kroegen een andere naam hadden gekregen, was het meeste bij het oude gebleven. De meisjes van veertien met minirokjes en dito truitjes, die hun vriendjes de breezers laten halen, de stoned-als-een-garnaal mannen op het terras van de Bakkerij en de alto’s die in de Altstadt uit hun dak gaan, het kwam me allemaal even vertrouwd voor.
Toch waren er ook wel wat dingen veranderd. Zo was ik er dit keer niet met een groepje dat als loopse teef van het ene café naar het andere struinde, maar was ik met een goeie oude vriend en togen we rechtstreeks naar het café waar we de rest van de avond bleven plakken. We dronken geen goedkope slootwater-wijn, maar maakten onze keuze uit een heuse wijnkaart. En de gesprekken gingen niet langer over die ene hunk daar rechts aan de bar, maar we hadden het over vakanties naar verre oorden, huizenprijzen en wel of niet samenwonen.
Nogal wat veranderingen. Maar, zo realiseer ik me nu ineens, vooral veranderingen die op mezelf betrekking hebben. Help, ik word ouder! Gelukkig heeft dit ook tenminste één voordeel… ik hoefde niet voor een bepaalde tijd thuis te zijn!
donderdag 16 juli 2009
Gegroeid
Bij wijze van figuurlijke schop onder mijn kont had ik me voorgenomen vandaag te gaan hardlopen. Om mezelf aan deze belofte te houden trok ik ’s ochtends direct mijn sportkleren aan. Dat was even zoeken, maar ergens onderin de kast vond ik toch nog iets draagbaars en in de meterkast stonden mijn sportschoenen trouw op me te wachten. Ik was klaar voor de start!
En, hoewel ik er tegenop zag, heeft het me goed gedaan. Niet alleen genoot ik van het weerzien met oude, vertrouwde plekken: door die bosjes liepen zogenaamd de potloodventers, daar bouwden we in de wilgentakken een schommel en daar zat ik met mijn eerste vriendje op een bankje. Ook liep ik het bekende rondje in de helft van de tijd die ik er vroeger voor nodig had gehad. Dat bood me precies de ego-boost die ik nodig had.
Halverwege het rondje kwam ik langs mijn oude middelbare school. Alles was er bij het oude gebleven… behalve dat het schoolgebouw ineens gekrompen leek te zijn! Of zou ik gegroeid zijn?
Ik vermoed dat laatste, gezien de kleur van mijn grote teen na afloop van het hardlopen… Hij was blauwpaars!
En, hoewel ik er tegenop zag, heeft het me goed gedaan. Niet alleen genoot ik van het weerzien met oude, vertrouwde plekken: door die bosjes liepen zogenaamd de potloodventers, daar bouwden we in de wilgentakken een schommel en daar zat ik met mijn eerste vriendje op een bankje. Ook liep ik het bekende rondje in de helft van de tijd die ik er vroeger voor nodig had gehad. Dat bood me precies de ego-boost die ik nodig had.
Halverwege het rondje kwam ik langs mijn oude middelbare school. Alles was er bij het oude gebleven… behalve dat het schoolgebouw ineens gekrompen leek te zijn! Of zou ik gegroeid zijn?
Ik vermoed dat laatste, gezien de kleur van mijn grote teen na afloop van het hardlopen… Hij was blauwpaars!
dinsdag 14 juli 2009
Boeddha in de zon
Sinds een tijdje ben ik geïnteresseerd in het boeddhisme. Waar het precies begon weet ik niet meer, maar ik zal het hieronder kort proberen te reconstrueren. Voor degene die al afhaken bij het woordje boeddhisme, maar die toch nieuwsgierig zijn naar deze column: skip gerust de volgende alinea en ga snel door naar het einde.
Mijn interesse ontstond vermoedelijk tijdens de yogales. Via yoga raakte ik geïnteresseerd in meditatie. Later las ik Innerlijk vuur. Een westerse vrouw op het pad naar verlichting van Vicki Mackenzie over Tenzin Palmo, de eerste westerse vrouw die verlichting bereikte. Het boek wakkerde mijn nieuwsgierigheid naar (Tibetaans) boeddhisme verder aan en als een ware boekenwurm verschanste ik me in de bibliotheek. De mooiste boeken sleepte ik mee naar mijn holletje. Daar genoot ik van de mooie platen in Boeddhisme in de Himalaya, leerde ik de basisprincipes uit Boeddhisme in een notendop van Bert van Baar en liet ik me inspireren door De mooiste wijze teksten van Boeddha door Hulskramer.
Kortom ik maakte er een serieuze studie van. Des te verbaasder was ik toen ik het afgelopen weekend in Scheveningen kwam. Ik struikelde zowat over de Boeddha-beelden. Een icoontje hier, een altaar daar en om de hoek een metershoge schuddebuikende Boeddha. Waarom staan al die beelden daar? Wat doen ze daar, aan het strand? Zijn de strandtenteigenaren fervente boeddhisten? Willen ze de badgasten bekeren? En wat betekenen ze voor de toeristen die in de zon liggen te bakken en ‘s avonds als rode kreeften naar huis keren? Zouden ze een idee hebben wat de beelden betekenen, waar ze voor staan?
Wie het weet, mag het zeggen.
Mijn interesse ontstond vermoedelijk tijdens de yogales. Via yoga raakte ik geïnteresseerd in meditatie. Later las ik Innerlijk vuur. Een westerse vrouw op het pad naar verlichting van Vicki Mackenzie over Tenzin Palmo, de eerste westerse vrouw die verlichting bereikte. Het boek wakkerde mijn nieuwsgierigheid naar (Tibetaans) boeddhisme verder aan en als een ware boekenwurm verschanste ik me in de bibliotheek. De mooiste boeken sleepte ik mee naar mijn holletje. Daar genoot ik van de mooie platen in Boeddhisme in de Himalaya, leerde ik de basisprincipes uit Boeddhisme in een notendop van Bert van Baar en liet ik me inspireren door De mooiste wijze teksten van Boeddha door Hulskramer.
Kortom ik maakte er een serieuze studie van. Des te verbaasder was ik toen ik het afgelopen weekend in Scheveningen kwam. Ik struikelde zowat over de Boeddha-beelden. Een icoontje hier, een altaar daar en om de hoek een metershoge schuddebuikende Boeddha. Waarom staan al die beelden daar? Wat doen ze daar, aan het strand? Zijn de strandtenteigenaren fervente boeddhisten? Willen ze de badgasten bekeren? En wat betekenen ze voor de toeristen die in de zon liggen te bakken en ‘s avonds als rode kreeften naar huis keren? Zouden ze een idee hebben wat de beelden betekenen, waar ze voor staan?
Wie het weet, mag het zeggen.
maandag 13 juli 2009
maandag 6 juli 2009
Hoe herken je een yup?
Hoe herken je een yup? Om antwoord te krijgen op deze prangende vraag kun je natuurlijk het woordenboek pakken. Van Dale spreekt bijvoorbeeld van een “jonge, stedelijke carrièremaker”.
Maar leuker is het om zelf op onderzoek uit te gaan! Zoals jullie inmiddels weten schuw ik enig speurwerk niet en zet ik zonder morren mijn Sherlock Holmeshoed op. En zodoende kwam ik deze week tot de volgende bevindingen. Kenmerkend voor veel yuppen is dat zij met zijn tweeën (doorgaans man en vrouw) in een ruim appartement in de grote stad wonen. De woning ligt bij voorkeur aan het water, heeft vrij uitzicht over de omringende omgeving en de goedkope huurwoningen van het plebs. Ook is het belangrijk dat het huis goed bereikbaar met de (lease-) auto en dat er voldoende parkeergelegenheid is.
Eenmaal binnen kenmerkt de woning van een yup zich door véél technische apparaten die het leven snel en simpel moeten maken… maar dat helaas niet altijd doen. Zo is “even de tv aanzetten” in de woning van een yup niet meer zo eenvoudig als het klinkt. Er komen drie afstandsbedieningen aan te pas, er moeten een router worden uitgeschakeld, digitale ontvangers worden ingeschakeld, vervolgens moet er een keuze gemaakt worden uit een tiendelig menu en als dat allemaal is goed gegaan, krijg je misschien je favoriete programma te zien. Zonder de eerste vijf minuten, dat wel.
Andere typische yuppendingen zijn: tenminste één Macbook per persoon, een wasmachine en droger van hetzelfde merk, lichten die met een afstandsbediening aan en uit gaan en een heuse vaatwasmachine. Ook al beweren sommige yuppen dat ze afwassen he-le-maal niet erg vinden, toch dringt het apparaat al snel het huis binnen en verhuist broer droger, die zo gemoedelijk naast zijn zus wasmachine stond, naar de logeerkamer.

Tot slot zijn er nog enkele details waarin de echte yup zich onderscheidt van de wannabe’s. De toiletartikelen zijn bijvoorbeeld een uitstekende lakmoesproef. Staat er Dove Beauty Care Douchegel in de douche? Helaas, dit keer heb je niet met een echte yup te doen. Tref je daarentegen Dove Firming Douchegel of de Silk Glow Douchegel in de badkamer aan, dan kun je er vrij zeker van zijn dat het goed zit.
En wat doe je als je eenmaal een yup hebt ontdekt? Niets. Ze zijn ongevaarlijk en onschadelijk. Laat ze lekker genieten van hun weelde, wie weet mag je er af en toe een graantje van meepikken.

Eenmaal binnen kenmerkt de woning van een yup zich door véél technische apparaten die het leven snel en simpel moeten maken… maar dat helaas niet altijd doen. Zo is “even de tv aanzetten” in de woning van een yup niet meer zo eenvoudig als het klinkt. Er komen drie afstandsbedieningen aan te pas, er moeten een router worden uitgeschakeld, digitale ontvangers worden ingeschakeld, vervolgens moet er een keuze gemaakt worden uit een tiendelig menu en als dat allemaal is goed gegaan, krijg je misschien je favoriete programma te zien. Zonder de eerste vijf minuten, dat wel.
Andere typische yuppendingen zijn: tenminste één Macbook per persoon, een wasmachine en droger van hetzelfde merk, lichten die met een afstandsbediening aan en uit gaan en een heuse vaatwasmachine. Ook al beweren sommige yuppen dat ze afwassen he-le-maal niet erg vinden, toch dringt het apparaat al snel het huis binnen en verhuist broer droger, die zo gemoedelijk naast zijn zus wasmachine stond, naar de logeerkamer.

Tot slot zijn er nog enkele details waarin de echte yup zich onderscheidt van de wannabe’s. De toiletartikelen zijn bijvoorbeeld een uitstekende lakmoesproef. Staat er Dove Beauty Care Douchegel in de douche? Helaas, dit keer heb je niet met een echte yup te doen. Tref je daarentegen Dove Firming Douchegel of de Silk Glow Douchegel in de badkamer aan, dan kun je er vrij zeker van zijn dat het goed zit.
En wat doe je als je eenmaal een yup hebt ontdekt? Niets. Ze zijn ongevaarlijk en onschadelijk. Laat ze lekker genieten van hun weelde, wie weet mag je er af en toe een graantje van meepikken.
woensdag 1 juli 2009
Abonneren op:
Posts (Atom)