Ik schreef u al eerder over onze mini-vakantie in België. Köksal en ik genoten er onder meer van interessante musea, magnifieke natuur en smakelijke maaltijden. Allemaal erg plezant, maar waar we het meest over te spreken zijn, is ... de taal!
Het grappige, zachte Vlaamse taaltje is zó amusant! Je begrijpt het direct, maar toch is het wezenlijk anders. En dat leidt tot plezierig vermaak. Je hoort voortdurend woorden die in Nederland al sinds de jaren vijftig niet meer worden gebruikt of hoogstens nog door dames op stand van 85+. Wie heeft het tegenwoordig nu nog over de ‘gazet’, ‘subiet’ en ‘gij’?!
Behalve andere woorden, gebruiken de Vlamingen ook andere zinsconstructies. Soms worden de woorden in een bepaalde zin compleet door elkaar gehusseld, om ze vervolgens in een voor Nederlanders totaal onbegrijpelijke volgorde weer terug te zetten. Een mooi voorbeeld: „In welke mate bent u in het algemeen tevreden over uw verblijf in de logiesaccommodatie waar u verbleef?” Volgt u mij nog?!
Kortom, we hebben erg gelachen om het Vlaams. En voor wie zijn kennis van het Vlaams graag wil testen, hier nog een paar mooie begrippen:
1. botten
2. kot
3. bomma
4. inkom
5. moeke
dinsdag 21 september 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten