zondag 9 augustus 2009

Huisvrouw

Voor een leven als huisvrouw ben ik duidelijk niet in de wieg gelegd. Mijn oom en tante kwamen vorige week op bezoek en hadden uit hun moestuin, waarin het nu volop oogstseizoen is het volgende meegenomen: 800 gram snijbonen, 2 bietenknollen, een flinke bos wortelen en minstens 5 kilo appelen. Allemaal uit eigen tuin, geheel biologisch en dus héél gezond.

Op een zonnige ochtend besloot ik de groenten te lijf te gaan. Vol goede moed begon ik aan de bieten, maar die riepen direct een aantal vragen op. Hoe moest je deze groente schoonmaken? Moest je ze wassen, schillen, koken? En wat kon je er eigenlijk mee bereiden? Na het alwetende internet te hebben geraadpleegd besloot ik de bieten te schillen en te koken, om ze vervolgens te laten afkoelen en er een salade van te maken.

Dat ik van het schillen knalroze handen zou krijgen stond er in het recept helaas niet bij. Maar ik liet me er niet door uit het veld slaan, ik moest en zou deze groente klein, c.q. eetbaar krijgen! Iets minder enthousiast reageerde ik een kwartiertje later toen de bieten behalve de pan ook het hele fornuis roze hadden gekleurd…

Dan de appelen maar. Dat moest appelmoes worden, zo had mijn tante gezegd. Zo gezegd, zo gedaan. Lekker, zelfgemaakte appelmoes! In het recept stond 3 kilo zoetzure appels. Dus ik schilde en ik schilde, ik liet me niet kennen. Maar toen er na het koken van de appelen slechts een klein bakje appelmoes overbleef, was ik toch enigszins teleurgesteld.

Ik had me er al bijna bij neergelegd dat ik nu eenmaal van de AH-gesneden-groenten-generatie ben, toen ik op het lumineuze idee kwam om van de overgebleven appelen appeltaart te bakken. En het lukte zowaar; hij smaakte ouderwetsch lekker!

1 opmerking: