“Ik ben ouderwets” dat is de enige conclusie die ik na het lezen van het artikel op p.4-5 van nrc.next van vandaag kan trekken. Het artikel gaat over de miljoenen spookblogs die er zijn. En hoewel het artikel besluit met “bloggen is main stream geworden,” is de teneur van het stuk toch vooral: bloggen is achterhaald. Het fenomeen is links en rechts ingehaald door Twitter, Facebook en Hyves, waar auteurs meer reacties krijgen op hun berichten. Het enige dat ik nog wel goed doe, is het regelmatig plaatsen van nieuw teksten, in internettaal: nieuwe posts.
Het voelt alsof ik achterloop. Maar misschien hoef ik me daar eigenlijk helemaal niet over te verbazen. Ik heb geen iPhone, ik bel nog steeds trouw met mijn Nokia 1100. En bellen doet ‘ie prima! In elk geval een stuk langer dan de het überhippe mobieltje van vriendlief, dat na een half uurtje bellen of een halve dag stand-by kampt met een uitgeputte batterij.
Ik heb ook geen Macbook; ik tik mijn stukjes op een drie jaar oude Acer-laptop, die ik zelf gepimpt heb. Aan de muur hangt geen enorm flatscreen, mijn 15’’ tv’tje voldoet nog prima. IK heb niet eens een dvd-speler. Dus eigenlijk past dat bloggen nu precies bij mij! Maar voor de zekerheid heb ik me vanmiddag toch ook maar even aangemeld bij Twitter…
maandag 24 augustus 2009
donderdag 20 augustus 2009
Naamperikelen
Nee, ik ben niet zwanger, ik verwacht geen kind, en toch heb ik te maken met naamperikelen. Hoe dat zit? Ik zal het uitleggen.
Enige tijd geleden heb ik me voorgenomen om een eigen bedrijf te starten. Dat project staat momenteel voor het grootste gedeelte “on hold” in verband met mijn reisplannen. Maar één aspect ervan gaat onverminderd voort, namelijk het bedenken van een geschikte naam. Want in een gesprek met vriend B., die ook een eigen bedrijf heeft, kwam ik erachter dat de naam Tovertaaltuin niet voldoet. Te lang, te vaag en te frivool. Er moest dus een andere naam komen.
Een naam bedenken lijkt misschien niet zo moeilijk. Met de nadruk op lijkt. Want in praktijk zijn er nog best wat kenmerken waar een goede naam aan voldoet. Een goede naam:
1. maakt duidelijk wat je doet, welke producten je levert
2. zegt iets over de manier waarop je werkt
3. is kort en krachtig
4. is eenvoudig uit te spreken en te spellen
5. bevat creatieve elementen
6. is beschikbaar als domeinnaam.
Dit zijn al aardig wat eisen, maar er is uit te komen. Zo zou de naam Linda Vermeulen Taal en tekst bijvoorbeeld prima voldoen. Er is echter een complicerende factor. En dat ben ik. Ik wil namelijk niet mijn (volledige) persoonsnaam verwerken in mijn bedrijfsnaam. Een verwijzing, bijvoorbeeld door gebruik van de letter L en V, vind ik prima, maar niet mijn hele naam.
Dus ben ik nu al weken aan het puzzelen, brainstormen en verzinnen. De ideale naam is nog niet gevonden. Wordt het Vlindingrijk of toch maar Lavastroom? Gelukkig heb ik nog even de tijd. B. vertrouwde me namelijk toe dat het bedenken van zijn bedrijfsnaam hem ongeveer vier maanden, vrijwel fulltime had gekost! Nog twee maanden te gaan dus…
PS: Tips zijn altijd welkom!
Enige tijd geleden heb ik me voorgenomen om een eigen bedrijf te starten. Dat project staat momenteel voor het grootste gedeelte “on hold” in verband met mijn reisplannen. Maar één aspect ervan gaat onverminderd voort, namelijk het bedenken van een geschikte naam. Want in een gesprek met vriend B., die ook een eigen bedrijf heeft, kwam ik erachter dat de naam Tovertaaltuin niet voldoet. Te lang, te vaag en te frivool. Er moest dus een andere naam komen.
Een naam bedenken lijkt misschien niet zo moeilijk. Met de nadruk op lijkt. Want in praktijk zijn er nog best wat kenmerken waar een goede naam aan voldoet. Een goede naam:
1. maakt duidelijk wat je doet, welke producten je levert
2. zegt iets over de manier waarop je werkt
3. is kort en krachtig
4. is eenvoudig uit te spreken en te spellen
5. bevat creatieve elementen
6. is beschikbaar als domeinnaam.
Dit zijn al aardig wat eisen, maar er is uit te komen. Zo zou de naam Linda Vermeulen Taal en tekst bijvoorbeeld prima voldoen. Er is echter een complicerende factor. En dat ben ik. Ik wil namelijk niet mijn (volledige) persoonsnaam verwerken in mijn bedrijfsnaam. Een verwijzing, bijvoorbeeld door gebruik van de letter L en V, vind ik prima, maar niet mijn hele naam.
Dus ben ik nu al weken aan het puzzelen, brainstormen en verzinnen. De ideale naam is nog niet gevonden. Wordt het Vlindingrijk of toch maar Lavastroom? Gelukkig heb ik nog even de tijd. B. vertrouwde me namelijk toe dat het bedenken van zijn bedrijfsnaam hem ongeveer vier maanden, vrijwel fulltime had gekost! Nog twee maanden te gaan dus…
PS: Tips zijn altijd welkom!
woensdag 19 augustus 2009
Fetisj
Ik moet jullie iets bekennen: ik heb een grote, grote liefde voor boeken. Kookboeken, romans, stripboeken, studieboeken, woordenboeken, ik word er allemaal blij van. Je kunt me bijna geen groter plezier doen dan een bezoek aan de boekhandel of bibliotheek.
Eenmaal binnen snuif ik de geur van nieuwe boeken op. Blij als een kind dwaal ik met gemak uren door de winkel. Ik speur de schappen af, zoek in de catalogus, bewonder de mooie plaatjesboeken, blader door tijdschriften, lees de achterkanten van romans en kwijl bij de schattige kinderboeken. Uiteindelijk maak ik met veel pijn en moeite een keuze uit het -in mijn ogen- gigantische assortiment. En, in het geval van een bibliotheekbezoek, gaan er minstens vier boeken mee naar huis.
Ook in het buitenland leeft mijn boekenliefde onverminderd voort. In mijn koffer zitten gemiddeld drie leesboeken, ook al ga ik maar een weekje weg. En het geduld van mijn reisgezelschap is menigmaal op de proef gesteld wanneer ik weer eens verdwaalde in de Feltrinelli in Rome of bij de boekenstalletjes langs de Seine.
Na een bezoek aan de boekwinkel is mijn leeslijstje al snel weer tien titels rijker, om over mijn boekenverlanglijstje nog maar te zwijgen. Gelukkig is mijn vakantie in aantocht en heb ik dus een gelegitimeerd excuus om regelmatig even in de boekhandel rond te neuzen. En omdat ik jullie datzelfde plezier van harte gun, hier een lijstje van mijn favoriete boekwinkels.
Top 4 (in willekeurige volgorde):
- Paagman in Den Haag; een goed gesorteerde boekhandel, die alle dagen per week open is. De ideale tussenstop op weg naar het strand.
- Selexyz Dominicanen in Maastricht; prachtige boekwinkel smaakvol ingericht in een voormalige kerk.
- De Literaire Boekhandel in Utrecht; ik loop hier vaak even binnen voor het Poëziepodium met veel dichtbundels en Plintspullen.
- Athenaeum Boekhandel in Amsterdam; een heerlijke boekwinkel met talloze verborgen hoekjes.
Eenmaal binnen snuif ik de geur van nieuwe boeken op. Blij als een kind dwaal ik met gemak uren door de winkel. Ik speur de schappen af, zoek in de catalogus, bewonder de mooie plaatjesboeken, blader door tijdschriften, lees de achterkanten van romans en kwijl bij de schattige kinderboeken. Uiteindelijk maak ik met veel pijn en moeite een keuze uit het -in mijn ogen- gigantische assortiment. En, in het geval van een bibliotheekbezoek, gaan er minstens vier boeken mee naar huis.
Ook in het buitenland leeft mijn boekenliefde onverminderd voort. In mijn koffer zitten gemiddeld drie leesboeken, ook al ga ik maar een weekje weg. En het geduld van mijn reisgezelschap is menigmaal op de proef gesteld wanneer ik weer eens verdwaalde in de Feltrinelli in Rome of bij de boekenstalletjes langs de Seine.
Na een bezoek aan de boekwinkel is mijn leeslijstje al snel weer tien titels rijker, om over mijn boekenverlanglijstje nog maar te zwijgen. Gelukkig is mijn vakantie in aantocht en heb ik dus een gelegitimeerd excuus om regelmatig even in de boekhandel rond te neuzen. En omdat ik jullie datzelfde plezier van harte gun, hier een lijstje van mijn favoriete boekwinkels.
Top 4 (in willekeurige volgorde):
- Paagman in Den Haag; een goed gesorteerde boekhandel, die alle dagen per week open is. De ideale tussenstop op weg naar het strand.
- Selexyz Dominicanen in Maastricht; prachtige boekwinkel smaakvol ingericht in een voormalige kerk.
- De Literaire Boekhandel in Utrecht; ik loop hier vaak even binnen voor het Poëziepodium met veel dichtbundels en Plintspullen.
- Athenaeum Boekhandel in Amsterdam; een heerlijke boekwinkel met talloze verborgen hoekjes.
maandag 17 augustus 2009
Oplossing
dinsdag 11 augustus 2009
Igor staat alleen
Nu ik veel thuis in Eindhoven ben, heb ik zeeën van tijd om te lezen. Ik lees boeken die al jaren op mijn leesverlanglijstje stonden, studieboeken, boeken die me door vrienden worden aangeraden en soms ook bekende nieuwe boeken. Zoals het laatste boek van Paulo Coelho: De winnaar staat alleen. Ik was er niet naar op zoek, maar het lag ergens verloren op een plank in de bibliotheek. Misschien was dat een veeg teken, al beschouwde ik het op dat moment nog als een buitenkansje om zo’n nieuw boek te kunnen lezen.
De roman kwam langzaam op gang en ik had vanaf het begin moeite om mijn aandacht erbij te houden. Het verhaal over de mondiale jet set die in Cannes samenkomt tijdens het Filmfestival wordt mooi beschreven, maar is in mijn ogen weinig origineel. En de ontdekking dat in een wereld waarin alles te koop is, een ding niet af te dwingen blijkt te zijn (de liefde), vind ik ook weinig opzienbarend.
Het boek werd een teleurstelling. Ik miste de sprookjesachtige landschappen, de persoonlijke ontwikkeling van de hoofdpersoon en de schets van een betere wereld. Weliswaar komt Igor gaandeweg tot inzicht, maar doordat hij daarvoor eerst een aantal mensen moest vermoorden is voor mij moeilijk te bevatten.
Op naar het volgende, vrolijkere boek: Waarom de Boeddha lacht.
De roman kwam langzaam op gang en ik had vanaf het begin moeite om mijn aandacht erbij te houden. Het verhaal over de mondiale jet set die in Cannes samenkomt tijdens het Filmfestival wordt mooi beschreven, maar is in mijn ogen weinig origineel. En de ontdekking dat in een wereld waarin alles te koop is, een ding niet af te dwingen blijkt te zijn (de liefde), vind ik ook weinig opzienbarend.
Het boek werd een teleurstelling. Ik miste de sprookjesachtige landschappen, de persoonlijke ontwikkeling van de hoofdpersoon en de schets van een betere wereld. Weliswaar komt Igor gaandeweg tot inzicht, maar doordat hij daarvoor eerst een aantal mensen moest vermoorden is voor mij moeilijk te bevatten.
Op naar het volgende, vrolijkere boek: Waarom de Boeddha lacht.
maandag 10 augustus 2009
Zoekplaatje
Eazy lazy sunday: gisteren zat ik rustig in de tuin een tijdschrift te lezen toen ik ineens een plons hoorde. En nee, het was niet het schattige buurmeisje van vijf dat een duik nam in haar kinderbadje. Het bleek onze huiskikker te zijn, die verkoeling zocht in ons oerwoud. Hieronder een mooi (zoek)plaatje van het geheel. Zie jij hem ook?
zondag 9 augustus 2009
Huisvrouw
Voor een leven als huisvrouw ben ik duidelijk niet in de wieg gelegd. Mijn oom en tante kwamen vorige week op bezoek en hadden uit hun moestuin, waarin het nu volop oogstseizoen is het volgende meegenomen: 800 gram snijbonen, 2 bietenknollen, een flinke bos wortelen en minstens 5 kilo appelen. Allemaal uit eigen tuin, geheel biologisch en dus héél gezond.
Op een zonnige ochtend besloot ik de groenten te lijf te gaan. Vol goede moed begon ik aan de bieten, maar die riepen direct een aantal vragen op. Hoe moest je deze groente schoonmaken? Moest je ze wassen, schillen, koken? En wat kon je er eigenlijk mee bereiden? Na het alwetende internet te hebben geraadpleegd besloot ik de bieten te schillen en te koken, om ze vervolgens te laten afkoelen en er een salade van te maken.
Dat ik van het schillen knalroze handen zou krijgen stond er in het recept helaas niet bij. Maar ik liet me er niet door uit het veld slaan, ik moest en zou deze groente klein, c.q. eetbaar krijgen! Iets minder enthousiast reageerde ik een kwartiertje later toen de bieten behalve de pan ook het hele fornuis roze hadden gekleurd…
Dan de appelen maar. Dat moest appelmoes worden, zo had mijn tante gezegd. Zo gezegd, zo gedaan. Lekker, zelfgemaakte appelmoes! In het recept stond 3 kilo zoetzure appels. Dus ik schilde en ik schilde, ik liet me niet kennen. Maar toen er na het koken van de appelen slechts een klein bakje appelmoes overbleef, was ik toch enigszins teleurgesteld.
Ik had me er al bijna bij neergelegd dat ik nu eenmaal van de AH-gesneden-groenten-generatie ben, toen ik op het lumineuze idee kwam om van de overgebleven appelen appeltaart te bakken. En het lukte zowaar; hij smaakte ouderwetsch lekker!
Op een zonnige ochtend besloot ik de groenten te lijf te gaan. Vol goede moed begon ik aan de bieten, maar die riepen direct een aantal vragen op. Hoe moest je deze groente schoonmaken? Moest je ze wassen, schillen, koken? En wat kon je er eigenlijk mee bereiden? Na het alwetende internet te hebben geraadpleegd besloot ik de bieten te schillen en te koken, om ze vervolgens te laten afkoelen en er een salade van te maken.
Dat ik van het schillen knalroze handen zou krijgen stond er in het recept helaas niet bij. Maar ik liet me er niet door uit het veld slaan, ik moest en zou deze groente klein, c.q. eetbaar krijgen! Iets minder enthousiast reageerde ik een kwartiertje later toen de bieten behalve de pan ook het hele fornuis roze hadden gekleurd…
Dan de appelen maar. Dat moest appelmoes worden, zo had mijn tante gezegd. Zo gezegd, zo gedaan. Lekker, zelfgemaakte appelmoes! In het recept stond 3 kilo zoetzure appels. Dus ik schilde en ik schilde, ik liet me niet kennen. Maar toen er na het koken van de appelen slechts een klein bakje appelmoes overbleef, was ik toch enigszins teleurgesteld.
Ik had me er al bijna bij neergelegd dat ik nu eenmaal van de AH-gesneden-groenten-generatie ben, toen ik op het lumineuze idee kwam om van de overgebleven appelen appeltaart te bakken. En het lukte zowaar; hij smaakte ouderwetsch lekker!
zaterdag 8 augustus 2009
Wijze raad
De afgelopen dagen was ik weer eventjes in Den Haag en waren mijn dagen vol met gezellige bijpraat-afspraken. Met mijn vriendinnen had ik het over de gebruikelijke koetjes en kalfjes als het weer, de drukte op het strand en de vakantieplannen. Maar daarnaast hadden we het ook over diepere zaken, zoals de situatie waarin ik nu zit, namelijk “Jonge, enthousiaste, hoogopgeleide vrouw heeft tijdelijk geen baan.” De reacties hierop waren weliswaar verschillend, maar allemaal even interessant.
Bij de eerste vriendin die ik sprak ging het vooral over het vinden van een nieuwe baan. Waar ik tot nu toe gesolliciteerd heb, hoeveel gesprekken ik al gevoerd heb, of ik wel op de juiste vacatures reageer en of een baan in het onderwijs niet iets voor mij zou zijn. Want zonder inkomsten komen te zitten, dat kan natuurlijk niet.
Met mijn buurman JP ging het gesprek een heel andere kant uit. Hij reageerde enthousiast op mijn ideeën om een eigen bedrijf te beginnen en moedigde me aan om deze droom waar te maken. “Gewoon eventjes een ondernemingsplan schrijven, snel inschrijven bij de Kamer van Koophandel en dan hup, aan de slag!” Hij adviseerde me ook om een planning te maken waar ik over vijf of tien jaar wilde staan, om vervolgens eindresultaat op te delen in een aantal haalbare deelresultaten. Overigens moest ik daarbij wel ook rekening houden met gezin en kinderen. Toen ik hier afwijzend op reageerde, vroeg hij verbaasd of ik geen kinderen wilde. Nee zeg, alsjeblieft, nu nog even niet! (Al voelde ik me gevleid toen JP zei dat ik vast een goede moeder zou zijn).
In het derde gesprek kwamen alle drie (voor mij reële) opties voorbij: een baan in loondienst, een eigen bedrijf en/of reizen. Het accent lag dit keer op het reizen, de wereld ontdekken, je grenzen verleggen en de vrijheid benutten. Immers als je eenmaal weer vastzit in een goede baan, neem je niet zomaar ontslag om te gaan reizen.
Het waren leuke, gezellige en leerzame gesprekken. Ik waardeer de betrokkenheid van mijn vrienden en vriendinnen. Maar alle conversaties ten spijt, weet ik nog steeds niet wat ik zal gaan doen! Wie helpt me uit de brand?
Bij de eerste vriendin die ik sprak ging het vooral over het vinden van een nieuwe baan. Waar ik tot nu toe gesolliciteerd heb, hoeveel gesprekken ik al gevoerd heb, of ik wel op de juiste vacatures reageer en of een baan in het onderwijs niet iets voor mij zou zijn. Want zonder inkomsten komen te zitten, dat kan natuurlijk niet.
Met mijn buurman JP ging het gesprek een heel andere kant uit. Hij reageerde enthousiast op mijn ideeën om een eigen bedrijf te beginnen en moedigde me aan om deze droom waar te maken. “Gewoon eventjes een ondernemingsplan schrijven, snel inschrijven bij de Kamer van Koophandel en dan hup, aan de slag!” Hij adviseerde me ook om een planning te maken waar ik over vijf of tien jaar wilde staan, om vervolgens eindresultaat op te delen in een aantal haalbare deelresultaten. Overigens moest ik daarbij wel ook rekening houden met gezin en kinderen. Toen ik hier afwijzend op reageerde, vroeg hij verbaasd of ik geen kinderen wilde. Nee zeg, alsjeblieft, nu nog even niet! (Al voelde ik me gevleid toen JP zei dat ik vast een goede moeder zou zijn).
In het derde gesprek kwamen alle drie (voor mij reële) opties voorbij: een baan in loondienst, een eigen bedrijf en/of reizen. Het accent lag dit keer op het reizen, de wereld ontdekken, je grenzen verleggen en de vrijheid benutten. Immers als je eenmaal weer vastzit in een goede baan, neem je niet zomaar ontslag om te gaan reizen.
Het waren leuke, gezellige en leerzame gesprekken. Ik waardeer de betrokkenheid van mijn vrienden en vriendinnen. Maar alle conversaties ten spijt, weet ik nog steeds niet wat ik zal gaan doen! Wie helpt me uit de brand?
dinsdag 4 augustus 2009
Zomergasten
Elk jaar, midden in de zomer, wanneer het land piepend en krakend tot stilstand is gekomen, is er één onderwerp dat de gemoederen van hoogopgeleide Nederlanders nog bezighoudt, namelijk: Zomergasten. Wie worden er dit jaar gevraagd voor een interview? Welke beeldfragmenten zullen ze laten zien? En wie zal deze 22ste editie van het programma mogen presenteren?
Elke zichzelf respecterende intellectueel houdt zich met dit soort vragen bezig. Om nog maar niet te spreken over de mening die hij zich over het programma en aanverwante zaken moet vormen. Bijvoorbeeld: de gevraagde gasten zijn dit jaar erg voor de hand liggend, er is gekozen voor toegankelijkheid ten koste van de kwaliteit, de beeldfragmenten zijn mooi, maar weinig origineel en de presentatrice doet het aardig, maar waarom onderbreekt ze haar gasten toch voortdurend?
Zorgen, zorgen, zorgen. Die arme intellectuelen, is het eindelijk zomer, hebben ze een weekje vrij, moeten ze zich druk maken over zoiets. Ik heb met ze te doen. Over het algemeen laat ik Zomergasten ongemerkt aan me voorbijgaan. Op zondagavond zit ik liever met een wijntje op het terras dan dat ik een gesprek tussen Margriet van der Linden en een van de hooggeleerden van ons land bekijk en beluister.
Toch zwichtte ik gisteravond voor Zomergast Prem Radhakishun. Ik beschouw mezelf niet als een zichzelf respecterende intellectueel, maar wel als een zichzelf respecterende columnist. En als columnist schrijf je over die onderwerpen waar iedereen over praat. Ik kan dus niet langer achterblijven.
Het viel niet mee en het viel niet tegen. Er werd véél gepraat en de fragmenten eisten over het algemeen een redelijke voorkennis van de Nederlandse en internationale politieke geschiedenis. Die had ik niet. Evenmin kon ik de talloze namen die Prem liet vallen, allemaal plaatsen. Het was duidelijk een uitzending voor erudiete mensen “Ik maak geen zomergasten voor domme mensen,” aldus Prem Radhakishun.
Zijn enthousiasme daarentegen werkte aanstekelijk. De bevlogenheid straalde ervan af. Zijn gebaren waren groots, zijn lach uitbundig. En dit, tezamen met het tongetje dat precies tussen zijn boven en ondertanden doorkwam, nam hem voor me in.
Elke zichzelf respecterende intellectueel houdt zich met dit soort vragen bezig. Om nog maar niet te spreken over de mening die hij zich over het programma en aanverwante zaken moet vormen. Bijvoorbeeld: de gevraagde gasten zijn dit jaar erg voor de hand liggend, er is gekozen voor toegankelijkheid ten koste van de kwaliteit, de beeldfragmenten zijn mooi, maar weinig origineel en de presentatrice doet het aardig, maar waarom onderbreekt ze haar gasten toch voortdurend?
Zorgen, zorgen, zorgen. Die arme intellectuelen, is het eindelijk zomer, hebben ze een weekje vrij, moeten ze zich druk maken over zoiets. Ik heb met ze te doen. Over het algemeen laat ik Zomergasten ongemerkt aan me voorbijgaan. Op zondagavond zit ik liever met een wijntje op het terras dan dat ik een gesprek tussen Margriet van der Linden en een van de hooggeleerden van ons land bekijk en beluister.
Toch zwichtte ik gisteravond voor Zomergast Prem Radhakishun. Ik beschouw mezelf niet als een zichzelf respecterende intellectueel, maar wel als een zichzelf respecterende columnist. En als columnist schrijf je over die onderwerpen waar iedereen over praat. Ik kan dus niet langer achterblijven.
Het viel niet mee en het viel niet tegen. Er werd véél gepraat en de fragmenten eisten over het algemeen een redelijke voorkennis van de Nederlandse en internationale politieke geschiedenis. Die had ik niet. Evenmin kon ik de talloze namen die Prem liet vallen, allemaal plaatsen. Het was duidelijk een uitzending voor erudiete mensen “Ik maak geen zomergasten voor domme mensen,” aldus Prem Radhakishun.
Zijn enthousiasme daarentegen werkte aanstekelijk. De bevlogenheid straalde ervan af. Zijn gebaren waren groots, zijn lach uitbundig. En dit, tezamen met het tongetje dat precies tussen zijn boven en ondertanden doorkwam, nam hem voor me in.
maandag 3 augustus 2009
Twintig
Jawel, na twee maanden stug doorschrijven ben ik aanbeland bij mijn 20ste blog! Twintig mooie titels, 73 alinea’s en bijna 5000 woorden heb ik neergepend. Een heuglijk moment, al zeg ik het zelf.
Maar het ging niet zonder slag of stoot. Want nu ik deze mijlpaal bereikt heb, durf ik jullie wel te verklappen dat ik oorspronkelijk iedere dag een stukje wilde schrijven… Dat zou hebben betekend dat de teller nu niet op twintig, maar op bijna vijftig had moeten staan! Een eerbiedwaardig streven, maar voor mij niet haalbaar. Ik heb dan ook groot respect voor een columnist als Aaf, die ruim 200 columns per jaar schrijven. En dat ook nog eens jaren lang.
Voor mij is zoiets niet weggelegd. Tenminste, niet op dit moment. Maar ik ben blij met deze mijlpaal. Vandaag is feestje! En is er niet een Chinese wijsheid die zegt: “Wees niet bang om langzaam voorwaarts te gaan. Wees alleen bang om stil te staan.”
Maar het ging niet zonder slag of stoot. Want nu ik deze mijlpaal bereikt heb, durf ik jullie wel te verklappen dat ik oorspronkelijk iedere dag een stukje wilde schrijven… Dat zou hebben betekend dat de teller nu niet op twintig, maar op bijna vijftig had moeten staan! Een eerbiedwaardig streven, maar voor mij niet haalbaar. Ik heb dan ook groot respect voor een columnist als Aaf, die ruim 200 columns per jaar schrijven. En dat ook nog eens jaren lang.
Voor mij is zoiets niet weggelegd. Tenminste, niet op dit moment. Maar ik ben blij met deze mijlpaal. Vandaag is feestje! En is er niet een Chinese wijsheid die zegt: “Wees niet bang om langzaam voorwaarts te gaan. Wees alleen bang om stil te staan.”
Abonneren op:
Posts (Atom)